36
Er is dus door middel van een experiment meer materiaal van feedback vergaard. Uit het
experiment bleek dat alle proefpersonen het gesprek met feedback een hoger rapportcijfer gaven
(6,2) dan het gesprek zonder feedback (4,0). Op de 7-punt Likertschaal werd het gesprek met
feedback op bijna alle fronten beter beoordeeld door de proefpersonen: het verloop van het gesprek
was prettiger (+1,9), ze kregen meer het gevoel dat er geluisterd werd (+2,4), gesprekspartner was
meer betrokken bij het verhaal (+3,2) en ze werden meer aangespoord om door te vertellen (+3,4).
Echter werd de vloeiendheid van het gesprek niet hoger beoordeeld als er feedback werd gegeven (-
0,3). Dit cijfer bleef dus bijna gelijk. Concluderend kan er gesteld worden dat de feedback op bijna
alle getoetste onderdelen gewenst is om in een gesprek te gebruiken.
Vervolgens is het effect van feedback op de vloeiendheid onder de loep genomen. Uit de analyse
van het experiment bleek dat er meer foutieve feedback (86 keer) werd toegepast dan goede
feedback (39 keer). Goede feedback valt in een natuurlijke pauze van de spreker. Foute feedback
wordt geproduceerd tijdens de uiting van een spreker, zodat de spreker in zijn verhaal wordt
gestoord en de timing dus verkeerd is. Er is dus aangetoond dat het lastig is om feedback goed te
timen met de MyTobii. Daarna is er gekeken in hoeverre de proefpersonen hinder ondervonden van
de feedback. Goede feedback wordt, op één verklaarbare uitzondering na, altijd als niet hinderlijk
opgevat. De opvallendste conclusie is dat juist foute feedback veel vaker wordt opgevat als niet
hinderlijk (67,4%) dan hinderlijk (32,6%). Hieruit kan geconcludeerd worden dat hoewel foute
feedback niet goed geplaatst is, er meer dan twee derde geen zichtbare hinder door wordt
ondervonden. Foute feedback hoeft dus niet per definitie als zichtbare hinderlijk worden ervaren.
Wel bleek dat sommige proefpersonen de feedback onderdrukten en er geen aandacht aan
probeerden te schenken. Het zal ongetwijfeld energie hebben gekost om de feedback weg te dringen
en zich te focussen op het verhaal. Ook moesten sommige proefpersonen eerst aan de feedback
wennen en daarna ondervonden ze geen hinder meer door fout geplaatste feedback.
De score die de proefpersonen aan de vloeiendheid gaven, heeft geen aantoonbaar verband getoond
met de hoeveelheid hinder die werd ervaren door de feedback. Het moment waarop hinder werd
ervaren is wel opvallend. Vrouwen hadden alleen in het begin even last van hinderlijke feedback,
terwijl de mannelijke proefpersonen verdeeld over het gehele gesprek hinder hebben ervaren. Het
zou dus mogelijk kunnen zijn dat mannen meer last hebben van foute feedback tijdens het vertellen
van een verhaal, terwijl de vrouwen slechts even moeten wennen aan de foute feedback en de
hinder vervolgens uit kunnen schakelen.
Feedback heeft positieve invloed op de stimulans om een verhaal door te vertellen. Vooral „oh ja?‟
bleek een aanmoediging te zijn om het verhaal te bevestigen en meer uitleg te geven. „Ja‟ gaf slechts
Comentários a estes Manuais