27
5 geeft het tegenovergestelde aan: veel hinder (70%) en lage vloeiendheid (score 2). Het is dus per
proefpersoon verschillend hoe zij de hinder in combinatie met de vloeiendheid hebben ervaren.
Wat goed zichtbaar is in de tabel, is dat er binnen de groep proefpersonen een groot verschil
zichtbaar is in de mate waar hinder wordt ondervonden door de foute feedback. Proefpersonen 1, 4
en 6 hadden beduidend minder last van de foute feedback dan de overige proefpersonen. Het
percentage van hinder lag bij deze proefpersonen laag, namelijk 14,3%, 10,0% en 18,2%. De
andere proefpersonen hadden meer last van feedback, want het percentage hinder lag veel hoger:
75,0%, 50,0% en 70,0%. Een reden voor dit grote verschil zou kunnen zijn dat proefpersonen 1, 4
en 6 goede vertellers zijn. Ze hadden weinig moeite om vijf minuten vol te praten en kwamen steeds
met nieuwe voorbeelden. Doordat ze een duidelijk en vaststaand verhaal vertelden, kan het zijn dat
ze daardoor amper werden afgeleid door de foute feedback, omdat ze hun verhaal duidelijk voor
ogen hadden. Proefpersonen 2, 3 en 5 hadden een minder vaststaand verhaal en kunnen dus sneller
afgeleid zijn door de feedback. Om een duidelijker beeld te krijgen waaraan dit grote verschil
gelegen heeft, moeten de interviews erbij gehaald worden.
Ik zal per vraag een samenvatting geven wat de zes proefpersonen antwoordden:
Wat vond je ervan dat de MyTobii-gebruiker in het eerste/tweede gesprek steeds ‘ja’, ‘nee’,
‘ok’ en ‘oh ja?’ zei?
Vijf proefpersonen vonden het vooral prettig als er feedback werd gegeven, behalve proefpersoon 1.
Van deze vijf proefpersonen gaven er drie (pp2, pp3 en pp5) aan dat het wel een afleidende factor
was. Dit komt dus ook overeen met de resultaten in tabel 4. Deze drie proefpersonen hebben ook de
meeste hinder ondervonden. De feedback werd soms niet op het goede moment ingezet, waardoor
de aandacht ergens anders heen ging. In het begin was de feedback even wennen, maar later ging
het beter en kregen de proefpersonen het gevoel dat er geluisterd werd en er interesse wordt
getoond. Proefpersoon 1 vond de feedback vervelend en ze vertelde dat ze zich er bewust voor
afsloot, zodat ze er niet door gestoord werd. Hierdoor is het te verklaren dat ze maar weinig
zichtbare hinder heeft ondervonden, maar dat het haar mogelijk wel energie heeft gekost om de
feedback buiten te sluiten.
Heb je dit als feedback ervaren?
Elke proefpersoon heeft het als feedback ervaren. De woorden ' ja', 'nee', 'ok' en 'oh ja?' zijn reacties
op wat je zegt. Je wordt aangespoord om door te vertellen. Het geeft aan de hoorder er nog is en dat
hij luistert. Proefpersoon 1 kreeg het gevoel dat er niet geluisterd werd, omdat de feedback te laat
Comentários a estes Manuais